Zondag 1 juni, exact 4 weken voor de Ironman van Klagenfurt stond ik aan de start van mijn laatste test, de kwarttriatlon van Meer. In tegenstelling tot de apocalyps van Geel, werd er nu prachtig weer aangekondigd met weinig wind en temperaturen lichtjes boven de 20 graden. De afstand was ongeveer dezelfde als in Geel (1000m - 39km - 10km), en ik had dus de ambitie voor het eerst onder de 2u10 te duiken. Niet evident voor mij want een kwarttriatlon blijft een explosief gebeuren en ook hogere temperaturen spelen me vaak parten.
De sfeer zat er 's ochtends al goed in. Frank en Fanny waren met de mobilhome gekomen en de ganse BrTC delegatie kon handig gebruik maken van hun voorzieningen om zich op het gemakje op te maken voor de wedstrijd. Harald, Linda en Wim presteerden dan ook prima op de opener van de dag, de sprinttriatlon. Toen ik mijn nummer ging afhalen, had ik toch even een vreemd moment. Op de laatste dag van de Giro d'Italia nummer 108 krijgen, is toch een beetje raar. Maar we zouden er niet langer dan nodig bij stilstaan.
Aan de start van de kwarttriatlon 5,5 BrTC-ers, mezelf incluis. Kopmannen Tim en Nicholas wilden knallen, Peter en Manuel zijn in volle voorbereiding voor respectievelijk de Ironman van Kalmar en het BK 1/2e in Eupen. En dan hadden we uiteraard Hans nog in zijn comeback-jaar op weg naar de halve van Almere. Benieuwd waar er voor mij ergens plaats was in de eindafrekening.
Om 14u01 ging het startschot en begonnen we aan 2 rondjes van 500m in de vijver van de Mosten. De veteranen en trio's startten enkele minuten na ons waardoor het al bij al meeviel qua drukte in het water. Nochtans kreeg ik de eerste 100m een hiel op mijn kin en werd mijn bril bijna afgetrapt. Maar vanaf dan had ik een heel goed gevoel. Na de eerste ronde aan het keerpunt, keek ik recht in de ogen van Hans die duidelijk goed mee op weg was. Toen ik tussen de talrijke supporters uit het water kwam, zag ik op mijn horloge dat ik een kleine 17 minuten gezwommen had, zeker niet slecht, maar dus al een minuut of 4 achter Nicholas (11e uit het water). Bij de ingang van de wisselzone was ik 17'32" onderweg.
De wissel ging deze keer prima en ik zat onmiddellijk goed op de fiets. Tijdens de fietsproef moest ik vooral enkel op mijn eigen tempo letten. Ik heb de laatste weken grote afstanden afgelegd met zeer aardige gemiddelde snelheden maar op zo'n korte wedstrijd kom je daarmee dus snelheid te kort. Ik sloeg erin wat concurrenten op te rapen maar vooral de kop van de veteranen raasde voorbij als een sneltrein. Toen ik echter regelmatig op mijn horloge keek, zag ik dat het tempo goed zat voor een persoonlijke toptijd. Ik bleef mijn snelheid aardig houden en maakte me sterk dat ik nog een loopnummer in de benen zou hebben zoals in Geel waar ik amper werd ingehaald en zelf tientallen atleten wist te remonteren. Dat ik nog ooit zou zeggen dat ik achterstand zou goed maken tijdens het lopen ... Op weg naar de wisselzone schatte ik dat ik een kleine 50 minuten tijd zou hebben om te wisselen en te lopen om de verhoopte 2u10 te halen. Enkel pech zou nog roet in het eten kunnen gooien. Ik zag Nicholas aan zijn loopnummer beginnen toen ik binnenreed, ik was dus min of meer op gelijke afstand blijven hangen. Ik had 37,7km/u gemiddeld gereden of exact 1u02' over de 39km. In dit deelnemersveld niet super maar voor iemand die alleen maar uren lange duur traint voor een ironman, valt dat dus heel goed mee. Ik was zeker ook niet te diep gegaan.
Mijn wissel was niet supersnel omdat ik amper plaats had om mijn fiets op te hangen. Snel mijn eerste gelleke binnen en gaan. Tijdens mijn eerste kilometer zag ik aan de overkant Manuel en Hans vlakbij elkaar hun fietsnummer stilaan beëindigden. Het lopen zat weer van meter 1 goed. De eerste 2 kilometer had ik al een tiental lopers te stekken. Ik had een partner in crime gevonden in de genaamde JP die hetzelfde tempo liep en toen we aan km 4-5 Silke zagen lopen, ging het tempo nog wat hoger. Even had ik schrik toen mijn maag wat vreemd begon te doen maar gelukkig was er net een bevoorrading met voldoende water. Vermoedelijk had ik tijdens het fietsen te grote porties gedronken ipv regelmatig kleine beetjes. Bij de eerste doorkomst na 5km was het talrijk opgekomen BrTC-publiek zeer enthousiast. Er kon dus nog een tandje bij. JP, Silke en ik vormden uiteindelijk na een km of 6 een groepje en we gingen achter de 4e dame aan. Ik heb zeker en vast kunnen profiteren van de stevige snelheid van het groepje en de kilometers ging zeer snel vooruit. Silke liep naar de 4e plaats en we hielden in de gaten dat de ingehaalde dame niet meer terugkwam, maar ze had geen schijn van kans, dus hoefde ik me niet meer breed te maken... De laatste 500m keerde mijn maag weer even om en ik heb even een beetje vaart geminderd maar uiteindelijk besefte ik dat er mij niemand had ingehaald tijdens de 10km lopen. Mijn verbazing was dan ook groot bij de finish op mijn horloge een eindtijd van 2u05 te zien (de exacte tijd op de klok had ik gemist). Achteraf in de uitslag had ik blijkbaar 43'34" gelopen (zelfs iets sneller dan Nicholas?!) en een eindtijd van 2u05'32".
Uiteindelijk had Tim de BrTC-clash gewonnen en was Nicholas me 5 minuten voorgebleven, wat dus de achterstand al was na het zwemmen. Manuel en Hans finishten knap na ongeveer 2u20 en Peter sprintte 3 minuten later binnen. Iedereen tevreden en dat mocht gevierd worden met verse, overheerlijke aardbeien!
Hoeveel vertrouwen kan je tanken op zo'n wedstrijd. Vanaf de eerste minuut voelde ik dat het goed zat. Mentaal was het even lastig op de fiets heel wat mensen te zien passeren (vooral later gestarte veteranen) maar de horloge gaf aan dat het goed zat. En dan voor de 2e keer op rij een loopproef waar ik één voor één concurrenten kon inhalen en zelf amper of zelfs niet werd gepasseerd. Vooral dat laatste geeft enorm veel vertrouwen. De komende 5 dagen gaan we kalmpjes recupereren met relatief korte trainingen. Komend verlengd weekend zie ik nog als perfecte opportuniteit om de laatste lange duurtrainingen af te werken (25-28km lopen en 150-160km fietsen), maar ik weet dat ik perfect op schema zit en geen zotte dingen moet gaan doen. Gewoon verstandig bezig blijven en, als het kan, misschien nog een extra keertje gaan zwemmen per week want daar zit nog progressie in op korte termijn. Ik voelde me vrijdag al beter in het zwembad en op de wedstrijd ging het ook weer goed. Als ik nog een paar keer kan gaan zwemmen en in Italië nog wat rustig kan plonsen, gaan die 3,8km nog een beetje sneller en comfortabeler voorbij gaan. Voor het eerst in 4 jaar voel ik dat ik er eens echt 100% klaar voor ben, zonder twijfels of het gevoel dat ik meer had kunnen doen. Geen mentale dipjes, geen ziekte, verstandig getraind, geen fysieke ongemakken op wat allergie na, een laag gewicht, en een schare supporters die erin gelooft. Op naar Oostenrijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten