Toen ik Mirco enkele maanden geleden voorstelde om samen de volledige
Ronde van Vlaanderen cyclo te gaan rijden, was hij onmiddellijk
verkocht.
We spraken af om samen naar de start in Brugge te rijden
met de auto, en we boekten bij onze inschrijving een ticketje met de
fietsbus van Oudenaarde terug om 19u. Drie weken geleden kwam er dan nog
versterking uit zeer onverwachte hoek. Bert had zich immers ook
ingeschreven en we zouden de uitdaging dus met zijn drieën aangaan. Even
waren we toch ietwat ongerust om tijdig aan de finish te geraken voor
onze bus, aangezien Bert nog nooit meer dan 150km gefietst had (vorige
week dan nog). Later zou deze scepsis echter volledig ongegrond blijken.
Volgens
plan vertrokken we rond 7u aan het Jan Breydelstadion richting start op
de grote markt van Brugge. Nog even de nodige sanitaire stops en we
waren vertrokken voor 245km, 15 hellingen en 4 befaamde kasseistroken
(en 5 bevoorradingen). Het plan was eenvoudig doch niet te
onderschatten: de eerste, vlakke 120km veilig doorkomen tussen 3000
andere sportievelingen, zonder te veel in de wind te komen zitten, en
vooral Bert in een comfortabele zetel naar de bergzone brengen. Af en
toe moesten we even de zeilen bijzetten om gaatjes dicht te rijden maar
uiteindelijk kwamen we aan de 2e bevoorrading na 94km met een gemiddelde
van boven de 30km/u, zonder fysieke of technische problemen. En het
weer werd alsmaar beter. Beenstukken en vesten werden ingeruild voor
korte broeken en truitjes, onder een stralende zon. De sfeer zat erin!
Stilaan
kwamen we in de zone van de waarheid. We doorkruisten Oudenaarde een
eerste maal en kregen de eerste 2 hellingen en 3 kasseistroken voor de
wielen geschoteld. De Wolvenberg was de opwarmer, gevolgd door de
kasseien van de Ruiterstraat en Kerkgate. Vooral deze laatste lag
bezaaid met drinkbussen en ook mijn GoPro op het stuur begon te wankelen
van de dreunen die de fiets te verwerken kreeg. Even alles terug
vastvijzen en op naar de eerste echte bekende helling, de Molenberg (na
132km). De kasseien lagen echt slecht maar we geraakten vlot boven, ook
omdat de massa fietsers stilaan uitgedund geraakte. Eventjes moesten we
de benen stilhouden om Bert terug te laten aansluiten maar zorgen
moesten we ons niet maken. Meer nog, groot was de verbazing op de
kasseien van de Paddenstraat toen Bert galant voorbij dokkerde als een
volleerd Flandrien. Aan de 3e bevoorrading (142 km) beseften we dat we
het laatste nog niet gezien hadden!
Even bijtanken en naar de
volgende zone met weer wat verse hellingen. Eerst nog wat kasseifretten
op de Haaghoek (of is het de 'Gaaggoek'?) en vervolgens over Leberg,
Valkenberg, Boigneberg en Eikenberg. Op de Valkenberg had ik zelf mijn
eerste hongerklopje, en loste ik het wiel van Mirco. Gelukkig begonnen
de kilometers bij iedereen te wegen, al was de achterstand van Bert op
elke helling veel kleiner dan eerst gedacht. Bert straalde ook een
oprechte euforie uit toen hij zijn afstandsrecord na 151km reeds had
verbeterd. Terug in Oudenaarde voor de volgende bevoorrading na 180km,
en dus tijd om goed te eten en drinken. Het dient trouwens gezegd dat de
bevoorradingen, signalisatie, en begeleiding van politie en Golazo
uitstekend was. Het was duurder dan 3 jaar geleden maar veel
professioneler.
Het gedacht van de volgende 36 kilometer joeg ons
toch een beetje de stuipen op het lijf. Onmiddellijk na de bevoorrading
lag hij daar, de bult van Melden ofte de Koppenberg met rotslechte
kasseien en stijging tot 23%. En het onvermijdelijke gebeurde. Een
hapering van een voorligger en ik stond voet aan grond. Mirco
overkwam hetzelfde enkele meters verder. Gelukkig waren er enkele
supporters die mijn collega een zetje gaven zodat hij verder kon
trappen en vlot boven geraakte. Voor mij was dit al de 2e keer dat ik
dit meemaakte en mijn ego gebood me om terug naar beneden te wandelen,
vrije baan te zoeken, en het rotding op te rijden. Bert had alle klippen zelfs van de eerste keer succesvol omzeild.
Onmiddelijk
na dit avontuur volgden de kasseien van de Mariaborrestraat en de
Steenbeekdries. Een afdaling bergaf op kasseien met een bruuske stop
voor een gesloten overweg. Ondertussen had ik geen gevoel meer in mijn
vingers om nog deftig te kunnen remmen op de kasseien. Maar we hielden
de moed erin, en wonderwel ging het vanaf toen steeds beter. De
Taaienberg en Kaperij zijn echte zware klanten, en ook de onbekende
Kanarieberg bleek langer en steiler dan gedacht. De 200km gepasseerd
kwamen ik en Mirco nog steeds broederlijk samen boven, en het wachten op
Bert bleek helemaal geen wachten op Godot, integendeel! We zagen de
gele schaduw telkens na enkele minuten terug verschijnen.
Onwaarschijnlijk sterk.
De Kruisberg/Hotond en
Karnemelkbeekstraat brachten ons bij de laatste bevoorrading na 216km
trappen. Terwijl Bert vrolijk zijn boterhammetjes verorberde, en ik blij
was nog zonder krampen van mijn fiets te kunnen stappen, was het de
beurt aan Mirco voor het dipje van de dag. De Wuustwezelse darmen
begonnen immers tegen te spruttelen. Dit gezegd zijnde, hadden we nog
anderhalf uur over voor de laatste 30km opdat we onze bus zouden halen.
Op zich niet onoverkomelijk maar we moesten de Oude Kwaremont en
Paterberg nog over. Van de eerste hadden we geen schrik maar het geloof
om die laatste nog fietsend op te geraken, was zeer klein geworden.
Na
224km dokkerden we over het Kwaremontplein en zagen dat het goed was
... of toch niet? Mirco moest noodgedwongen de darmen opnieuw verluchten
op de plaatselijke toitoi wat Bert de kans gaf om weer aan te pikken.
Alles bleek gelukkig onder controle en we startten de afdaling naar de
Paterberg. Dat stuk kasseien van 21% nog opgeraken was het laatste doel
van de dag. Ik duwde de GoPro nog maar op tegen beter weten in, en begon
de klim achter Bert en Mirco. Het leek allemaal goed te gaan. Ik
passeerde eerst Bert die nog goed in kadans zat en vervolgens Mirco die
toch vreesde om te gaan stilvallen. Niets was echter minder waar.
Euforisch kwam ik boven, met 10m achter mij een strijdende Mirco. Bert
was de pechvogel, hij was op het steilste stuk de hekken ingereden en
moest vloekend afstappen.
De laatste 17km hebben we genoten van
brede wegen met gunstige wind in de rug. En hoe verbaasd is een mens dan
als plots Bert de kop overneemt en de historische woorden spreekt: "Ja
mannen, sorry maar harder kan ik niet meer hoor." ... "Het is nikske
Bert, je bent nog altijd boven de 30km/u aan het rijden, doe maar rustig
;-)". Zij aan zij zijn we over de finish gereden na 245km knoeften en
afzien, maar vooral ook genieten. 11 uur waren we onderweg geweest van
Jan Breydel tot aan de bus, waarvan een kleine 9,5u effectief gefietst,
tegen een uiteindelijk gemiddelde van 26km/u. Het materiaal heeft het
gehouden, de lichamen hebben het gehouden, de mentale weerbaarheid was
met momenten groot, maar de vriendschap en het respect is alleen maar
gegroeid. Merci mannen voor deze geweldige dag!
En het fijne
achteraf is dan nog te kunnen nagenieten van de zelfopgenomen filmpjes
maar ook van vele video's van de organisatie op de website. Voor de
liefhebbers heb ik alles hieronder opgelijst.
Video's organisatie beklimmingen (klik op camera'tje rechts):
startnummer Bert: 2172
startnummer Mirco: 1646
startnummer Kris: 1648
Video's met de GoPro vanop mijn stuur:
Molenberg: https://www.youtube.com/watch?v=zVAQauDnkx8
Paterberg: https://www.youtube.com/watch?v=Y5I5M-KO5-4
Verslag van Bert: http://kidneyrun.blogspot.be/2014/04/ronde-van-vlaanderen-2.html
BeantwoordenVerwijderen