maandag 7 april 2014

Ronde van Vlaanderen Cyclo - 245km

Toen ik Mirco enkele maanden geleden voorstelde om samen de volledige Ronde van Vlaanderen cyclo te gaan rijden, was hij onmiddellijk verkocht.
We spraken af om samen naar de start in Brugge te rijden met de auto, en we boekten bij onze inschrijving een ticketje met de fietsbus van Oudenaarde terug om 19u. Drie weken geleden kwam er dan nog versterking uit zeer onverwachte hoek. Bert had zich immers ook ingeschreven en we zouden de uitdaging dus met zijn drieën aangaan. Even waren we toch ietwat ongerust om tijdig aan de finish te geraken voor onze bus, aangezien Bert nog nooit meer dan 150km gefietst had (vorige week dan nog). Later zou deze scepsis echter volledig ongegrond blijken.

Volgens plan vertrokken we rond 7u aan het Jan Breydelstadion richting start op de grote markt van Brugge. Nog even de nodige sanitaire stops en we waren vertrokken voor 245km, 15 hellingen en 4 befaamde kasseistroken (en 5 bevoorradingen). Het plan was eenvoudig doch niet te onderschatten: de eerste, vlakke 120km veilig doorkomen tussen 3000 andere sportievelingen, zonder te veel in de wind te komen zitten, en vooral Bert in een comfortabele zetel naar de bergzone brengen. Af en toe moesten we even de zeilen bijzetten om gaatjes dicht te rijden maar uiteindelijk kwamen we aan de 2e bevoorrading na 94km met een gemiddelde van boven de 30km/u, zonder fysieke of technische problemen. En het weer werd alsmaar beter. Beenstukken en vesten werden ingeruild voor korte broeken en truitjes, onder een stralende zon. De sfeer zat erin!

Stilaan kwamen we in de zone van de waarheid. We doorkruisten Oudenaarde een eerste maal en kregen de eerste 2 hellingen en 3 kasseistroken voor de wielen geschoteld. De Wolvenberg was de opwarmer, gevolgd door de kasseien van de Ruiterstraat en Kerkgate. Vooral deze laatste lag bezaaid met drinkbussen en ook mijn GoPro op het stuur begon te wankelen van de dreunen die de fiets te verwerken kreeg. Even alles terug vastvijzen en op naar de eerste echte bekende helling, de Molenberg (na 132km). De kasseien lagen echt slecht maar we geraakten vlot boven, ook omdat de massa fietsers stilaan uitgedund geraakte. Eventjes moesten we de benen stilhouden om Bert terug te laten aansluiten maar zorgen moesten we ons niet maken. Meer nog, groot was de verbazing op de kasseien van de Paddenstraat toen Bert galant voorbij dokkerde als een volleerd Flandrien. Aan de 3e bevoorrading (142 km) beseften we dat we het laatste nog niet gezien hadden!

Even bijtanken en naar de volgende zone met weer wat verse hellingen. Eerst nog wat kasseifretten op de Haaghoek (of is het de 'Gaaggoek'?) en vervolgens over Leberg, Valkenberg, Boigneberg en Eikenberg. Op de Valkenberg had ik zelf mijn eerste hongerklopje, en loste ik het wiel van Mirco. Gelukkig begonnen de kilometers bij iedereen te wegen, al was de achterstand van Bert op elke helling veel kleiner dan eerst gedacht. Bert straalde ook een oprechte euforie uit toen hij zijn afstandsrecord na 151km reeds had verbeterd. Terug in Oudenaarde voor de volgende bevoorrading na 180km, en dus tijd om goed te eten en drinken. Het dient trouwens gezegd dat de bevoorradingen, signalisatie, en begeleiding van politie en Golazo uitstekend was. Het was duurder dan 3 jaar geleden maar veel professioneler.

Het gedacht van de volgende 36 kilometer joeg ons toch een beetje de stuipen op het lijf. Onmiddellijk na de bevoorrading lag hij daar, de bult van Melden ofte de Koppenberg met rotslechte kasseien en stijging tot 23%. En het onvermijdelijke gebeurde. Een hapering van een voorligger en ik stond voet aan grond. Mirco overkwam hetzelfde enkele meters verder. Gelukkig waren er enkele supporters die mijn collega een zetje gaven zodat hij verder kon trappen en vlot boven geraakte. Voor mij was dit al de 2e keer dat ik dit meemaakte en mijn ego gebood me om terug naar beneden te wandelen, vrije baan te zoeken, en het rotding op te rijden. Bert had alle klippen zelfs van de eerste keer succesvol omzeild.

Onmiddelijk na dit avontuur volgden de kasseien van de Mariaborrestraat en de Steenbeekdries. Een afdaling bergaf op kasseien met een bruuske stop voor een gesloten overweg. Ondertussen had ik geen gevoel meer in mijn vingers om nog deftig te kunnen remmen op de kasseien. Maar we hielden de moed erin, en wonderwel ging het vanaf toen steeds beter. De Taaienberg en Kaperij zijn echte zware klanten, en ook de onbekende Kanarieberg bleek langer en steiler dan gedacht. De 200km gepasseerd kwamen ik en Mirco nog steeds broederlijk samen boven, en het wachten op Bert bleek helemaal geen wachten op Godot, integendeel! We zagen de gele schaduw telkens na enkele minuten terug verschijnen. Onwaarschijnlijk sterk.

De Kruisberg/Hotond en Karnemelkbeekstraat brachten ons bij de laatste bevoorrading na 216km trappen. Terwijl Bert vrolijk zijn boterhammetjes verorberde, en ik blij was nog zonder krampen van mijn fiets te kunnen stappen, was het de beurt aan Mirco voor het dipje van de dag. De Wuustwezelse darmen begonnen immers tegen te spruttelen. Dit gezegd zijnde, hadden we nog anderhalf uur over voor de laatste 30km opdat we onze bus zouden halen. Op zich niet onoverkomelijk maar we moesten de Oude Kwaremont en Paterberg nog over. Van de eerste hadden we geen schrik maar het geloof om die laatste nog fietsend op te geraken, was zeer klein geworden.

Na 224km dokkerden we over het Kwaremontplein en zagen dat het goed was ... of toch niet? Mirco moest noodgedwongen de darmen opnieuw verluchten op de plaatselijke toitoi wat Bert de kans gaf om weer aan te pikken. Alles bleek gelukkig onder controle en we startten de afdaling naar de Paterberg. Dat stuk kasseien van 21% nog opgeraken was het laatste doel van de dag. Ik duwde de GoPro nog maar op tegen beter weten in, en begon de klim achter Bert en Mirco. Het leek allemaal goed te gaan. Ik passeerde eerst Bert die nog goed in kadans zat en vervolgens Mirco die toch vreesde om te gaan stilvallen. Niets was echter minder waar. Euforisch kwam ik boven, met 10m achter mij een strijdende Mirco. Bert was de pechvogel, hij was op het steilste stuk de hekken ingereden en moest vloekend afstappen.

De laatste 17km hebben we genoten van brede wegen met gunstige wind in de rug. En hoe verbaasd is een mens dan als plots Bert de kop overneemt en de historische woorden spreekt: "Ja mannen, sorry maar harder kan ik niet meer hoor." ... "Het is nikske Bert, je bent nog altijd boven de 30km/u aan het rijden, doe maar rustig ;-)". Zij aan zij zijn we over de finish gereden na 245km knoeften en afzien, maar vooral ook genieten. 11 uur waren we onderweg geweest van Jan Breydel tot aan de bus, waarvan een kleine 9,5u effectief gefietst, tegen een uiteindelijk gemiddelde van 26km/u. Het materiaal heeft het gehouden, de lichamen hebben het gehouden, de mentale weerbaarheid was met momenten groot, maar de vriendschap en het respect is alleen maar gegroeid. Merci mannen voor deze geweldige dag!

En het fijne achteraf is dan nog te kunnen nagenieten van de zelfopgenomen filmpjes maar ook van vele video's van de organisatie op de website. Voor de liefhebbers heb ik alles hieronder opgelijst.

Video's organisatie beklimmingen (klik op camera'tje rechts):
startnummer Bert: 2172
startnummer Mirco: 1646
startnummer Kris: 1648

Video's met de GoPro vanop mijn stuur:

1 opmerking:

  1. Verslag van Bert: http://kidneyrun.blogspot.be/2014/04/ronde-van-vlaanderen-2.html

    BeantwoordenVerwijderen