De gastverslagen van Hans motiveren blijkbaar ook andere vrienden tot het schrijven van zeer smakelijke verslagen van hun capriolen. Hieronder het verhaal van clubgenoot en taalvirtuoos Jan de Jong, over zijn eerste Ironman triatlon in Maastricht. Veel leesplezier!
Voorbereiding
Toen ik drie jaar geleden begon met triatlon
kreeg ik steeds de (logische) vraag “En
wanneer ga je een volledige doen?” Meestal antwoordde ik toen dat ik heel blij
zou zijn als ik ooit een halve zou uitdoen. Maar kijk de (triatlon)microbe had
me te pakken en zoals dat gaat met microben, laten ze je niet snel los. Vorig
jaar nam ik deel aan de halve triatlons in Gravelines en Gérardmer en ik merkte
dat de lange afstanden mij beter afgingen dan het kortere (sprint)werk. Daar
zal de leeftijd wellicht iets mee te maken hebben, vermoed ik.
Enfin, begin
oktober polste ik voorzichtig bij mijn coach Luc De Ro of de volledige afstand
binnen mijn mogelijkheden lag. Zijn antwoord was positief, maar hij waarschuwde
me ook voor de pittige trainingsarbeid die aan zo’n volledige triatlon
voorafgaat. Ik herinner me nog dat hij bij de planning van het seizoen de
volgende profetische woorden uitsprak: “Jan, zet vanaf mei al je sociale
verplichtingen maar op een laag pitje, want hier ga je nog weinig tijd voor
hebben.” Daarom was het voor mij ook belangrijk om weten of Ilse en de kinderen
het zagen zitten om mee in dit avontuur te stappen, want ons gezinsleven zou de
komende tien maanden volledig in het teken van mijn sport staan. Gelukkig kreeg
ik van hen een ‘go’ en startte ik half oktober met de voorbereiding op de
Ironman van Maastricht.
Ik koos voor mijn eerste volledige triatlon bewust voor
een wedstrijd dicht bij huis, om alle mogelijke logistieke beslommeringen te
vermijden. Deze zouden me immers te veel stress bezorgen. Bovendien telde het
fietsparcours 1200 hoogtemeters en ik had in Gérardmer ontdekt dat ik wel een
fan ben van het nodige klimwerk. Ten slotte nam ik vier jaar geleden deel aan
de marathon Van Etten-Leur en was ik onder de indruk van de ‘Hollandse sfeer’
naast het parcours. Ik vermoedde dat dit in Maastricht niet anders zou zijn en
had het inderdaad bij het rechte eind, maar hierover later meer.
De
voorbereiding verliep nagenoeg perfect met gemiddeld acht trainingen per week,
al was het niet altijd evident om alle trainingen te combineren met mijn schoolwerk
en de gezinsactiviteiten. Gelukkig is het zwembad van Kapellen al om 6.30 uur
open, zodat ik geregeld een zwemtraining kon afwerken voor ik naar school
vertrok. In de wintermaanden was ook een loop- of rollentraining om 10 uur ’s
avonds niet abnormaal. En dat allemaal met dat ene doel voor ogen. De laatste
week van juni en de eerste twee weken van juli stonden volledig in het teken
van de langeduurtrainingen en werd de trainingsintensiteit opgevoerd van 10 à
15 uur naar 20 à 25 uur per week. De eerste twee weken vond ik nog plezant,
maar dan begon de vermoeidheid te spelen en kreeg ik het ook mentaal wat
moeilijker. Bovendien dreigde een
valpartij tijdens de verkenning van het parcours van Maastricht op 14x juli roet
in het eten te strooien, maar gelukkig kwam ik er vanaf met wat kneuzingen en
snijwonden. Oef!
Door de zware trainingsarbeid stond mijn weerstand ook op een
laag pitje en na een bezoek aan de Hollandse kust op een winderige dag had ik
prijs: luchtwegeninfectie. Normaal gezien ben ik zelden ziek en als ik al ziek
ben, is dit meestal een tweetal dagen. Nu duurde het ‘uitzieken’ bijna een
week, mede omdat de dokter bepaalde medicatie niet kon voorschrijven, aangezien
deze producten op de dopinglijst staan. Gelukkig zat ik volop in mijn taperingsperiode
en was het aantal trainingen beperkt. Toch bleef ik me tot een week voor de
wedstrijd slap en futloos voelen en begonnen de twijfels te knagen. Was het het
warme weer, de stress, de zware trainingen of een combinatie van dit alles en
zou ik voldoende hersteld zijn tegen de dag van de wedstrijd? Even mijn oor te
luisteren gelegd bij mijn coach, mijn osteopaat
en bij Vanessa, Luk en Koen, drie ervaren triatleten, en zij stelden me
allemaal gerust. De zware trainingsarbeid zou zijn vruchten afwerpen en ik zou
er staan in Maastricht.
Maastricht
Vrijdag 3 augustus reed ik alvast een eerste
keer richting Maastricht om me te registreren en de pre-race briefing bij te
wonen. De pastaparty was daarnaast een leuke bijkomstigheid. Het
oorspronkelijke idee was om pas zaterdag met heel het gezin naar Nederland af
te zakken, maar voor de ‘mentale rust’ leek het me beter om een dag eerder te
gaan. Zo kon ik thuis rustig mijn fiets- en looptassen maken. Bovendien had ik
schrik dat het zaterdag heel druk zou zijn aan de registratie, waardoor ik me
misschien zou moeten haasten voor de bike check-in en ik zaken over het hoofd
zou zien. Nu had ik voor alles veel meer tijd.
Zaterdagochtend met vrouw en
kinderen de auto in, inchecken in ons hotel, de tassen nog eens dubbel en
driedubbel (of was het vierdubbel?) checken en dan naar de bike check-in, waar
het nog bijzonder rustig was. Na een halfuurtje was ik uit de wisselzone en
verkenden we de nabije omgeving en de plaats van de zwemstart, zodat Ilse zich
alvast een beetje kon oriënteren. Eens in het hotel nog rustig iets gegeten en
tegen 10 uur lag ik in mijn bedje met een boek om te ontspannen. Ik wist op
voorhand dat het niet evident zou zijn om te slapen en mijn vermoedens klopten.
Wat ik ook probeerde, ik kreeg de wedstrijd niet uit mijn hoofd en viel pas in
slaap tegen 2 uur. Twee uur later ging de wekker af en met slaperige oogjes
speelde ik 120 gr pasta, vier sneetjes wit brood met perensiroop, een half
rijsttaartje en een potje magere yoghurt
naar binnen. Luc en Luk, bedankt voor het ontbijtadvies. Ik heb al vaak gelezen
in verslagen van clubgenoten dat ze de ochtend van de wedstrijd geen hap door
hun keel krijgen, maar hier had ik duidelijk geen last van. Integendeel, ik had,
ten onrechte, schrik dat ik misschien iets te veel gegeten had.
Dan de auto in
en samen met Ilse naar de wisselzone. Onderweg en gehuld in de ochtendschemer kwamen we logischerwijs heel wat andere
atleten tegen, meestal vergezeld door hun ‘eega’ die vaak (eerlijk is eerlijk)
de rugzak of de pomp droeg. De avond tevoren had ik beslist om toch maar een
kwartiertje vroeger naar de wisselzone te vertrekken en dat bleek een
verstandige beslissing. De zakken nog eens checken en aanvullen met
drinkbussen, banden oppompen, helm en startnummer klaarleggen, fietszakje
vullen, materiaalbus en pompje aan fiets bevestigen, … Er kroop verdorie veel
meer tijd in dan gedacht en dan zag ik ook die rij aan de dixies alsmaar langer
worden. Ondertussen was er dan ook een lepe Duitser met mijn pomp gaan lopen en
kon ik die gaan zoeken om mijn eigen banden op te pompen. Om 6 uur stipt kwam bovendien
het min of meer verwachte nieuws dat door het warme weer van de afgelopen weken
(maanden?) de watertemperatuur van de Maas was opgelopen tot 26° en dat het dus
een non-wetsuitwedstrijd was. De angst en vertwijfeling sloeg toe in de
wisselzone en ik hoorde hier en daar zelfs een vloek. Ondanks het feit dat ik
mij er mentaal al een beetje op voorbereid had, steeg ook mijn hartslag plots
met een paar tellen. Aangezien ik een minder goede zwemmer ben, haal ik
bijzonder veel voordeel uit een wetsuit. Ik weeg niet zo veel en heb dan een
beter drijfvermogen, waardoor ik minder energie verbruik en toch sneller
vooruitga. Het zwemmen zou dus al pittig worden en ik had vooral schrik voor
krampen, aangezien ik dit in het verleden al had voorgehad tijdens twee
non-wetsuitwedstrijden in Viersel en Lommel. Maar goed, het had weinig zin om
me hier lang druk over te maken, eerst nog op tijd in één van die dixies zien
te geraken.
Dat lukte en bij het buitenkomen van de wisselzone stonden niet
alleen Ilse, maar ook Vanessa en Sanne mij op te wachten. Ja, je leest het
goed. Aangezien mijn coach van een welverdiende vakantie in Frankrijk genoot,
had Vanessa voorgesteld om tegen de zwemstart naar Maastricht te komen, zodat
ze mij (mentaal) kon helpen en de laatste tips and tricks kon meegeven. De
start van een triatlonwedstrijd is sowieso vrij chaotisch, maar een Ironman is
toch nog iets anders heb ik gemerkt. Zo duurde het even voor ik bij de
zwemstart de plaats had gevonden waar ze de ‘special needs’ tassen uitdeelden
en dat leidde tot een tweede stressmomentje die ochtend. Ik had die zak immers
absoluut nodig, want mijn drinkbussen met eigen sportdrank moesten hierin,
zodat ik deze halverwege de wedstrijd kon wisselen. De sportdrank van de
organisatie had ik immers getest tijdens mijn trainingen en die was mij niet zo
goed bekomen. Dankzij de hulp van Vanes de zak gevonden en gevuld. Oef!
Het
zwemmen was met een ‘rolling start’, waarbij elke 5 seconden ongeveer 8 atleten
mochten vertrekken. Op aanraden van Luc en Vanessa startte ik in het vak met
als richttijd 1u10. Dat was een ambitieuze tijd, maar als ik in het vak van
1u20 zou startten bestond het risico dat ik veel atleten moest inhalen en bij
gevolg veel energie zou verbruiken. Een tactische keuze dus. Om 7u25 was het
zover. De laatste peptalk van Vanes,
zwaaien naar vrouw, kinderen en supporters op de kade en dan (met een
bang hartje) en samen met 1200 andere atleten het water in voor wat het begin
zou worden van een lang, maar onvergetelijk avontuur. Aangezien het een
‘rolling start’ was, zat ik meteen goed in mijn ritme. Ik lette voortdurend op
mijn techniek en probeerde zo rustig en relaxed mogelijk te zwemmen, zodat ik
geen krampen kreeg. We moesten eerst ongeveer 1,5km zwemmen, dan een boei
ronden en vervolgens 2,4km terugzwemmen. De heenweg was stroomopwaarts en de
terugweg stroomafwaarts, maar ik merkte het verschil eerlijk gezegd niet. Het
was in beide richtingen zwaar en ik merkte dat ik in het tweede deel door
verschillende zwemmers werd voorbij gezwommen. Een toptijd zat er niet in, dat
was duidelijk. Het goede nieuws was wel dat de krampen uitbleven en na 1u24min
kwam ik als 569ste uit het water. Gelukkig stonden er vrijwilligers
om ons op het trapje te helpen, anders had ik nu nog in de Maas gelegen, denk
ik.
Rustig naar de wisselzone gelopen en ruim de tijd genomen om mij klaar te
maken voor het fietsen. Zo was ik vergeten om mijn Powerbars in twee te knippen
en heb ik dit ook nog even gedaan met het schaartje dat in mijn fietszak zat.
Soms hangt het van details af, niet? Na 500 meter fietsen hoor ik Vanes roepen
dat ik mijn vizier nog juist op mijn helm moest zetten. Ik probeerde dit eerst
al rijdend te doen, maar dat was geen succes. Daarom even aan de kant, rustig
het vizier bevestigen en terug weg. De eerste 5K rilde en klappertandde ik van
de kou, maar toen kwam het zonnetje er even door en warmde ik snel op. Meteen
de juiste hartslagzone gezocht en dan begonnen aan mijn twee fietsrondes over
de iconische Bemelerberg en de steile Hallembaye, goed voor in totaal 178K en
1200 hoogtemeters.
Ik had samen met Luc een voedings- en drankplan opgesteld
(en getest tijdens training) en had dit voor alle veiligheid op de buis van
mijn fiets gekleefd. Ik ben een leerkracht Nederlands en gruwel van cijfertjes,
dus onderweg zelf zitten rekenen, is niets voor mij. Om de 10min moest ik ofwel
iets eten (gel, reep), ofwel iets drinken (sportdrank, water), op voorwaarde
dat mijn maag niet protesteerde natuurlijk. Uiteindelijk heb ik het volledige
plan perfect kunnen volgen. Daarnaast hadden Luc en ikzelf het parcours vooraf
verkend en hij had me aangeraden om de klimmetjes rustig aan te pakken, anders
bestond het risico dat ik me volledig ‘dood’ zou rijden. Tijdens de afdalingen
moest ik proberen de hartslag te laten dalen om zodoende te herstellen. De
eerste ronde werd ik langs alle kanten voorbijgereden, maar ik bleef gedisciplineerd
in mijn juiste hartslagzones rijden en dat bleek de beste tactiek te zijn. De
tweede ronde zat ik nog fris en kon ik een klein beetje versnellen op de vlakke
stukken. Naar het einde toe kwam ik atleten (of waren het stervende zwanen?)
tegen die mij de eerste ronde waren voorbij geknald.
Na 5u45min reed ik als 413de
met een goed gevoel de wisselzone binnen. De tweede wissel ging vlot en ik was
klaar voor de afsluitende marathon. Na het verlaten van de wisselzone liep
Vanes een honderdtal meter mee om nog het laatste advies mee te geven.
Ondertussen was de zon immers al een paar uur aan het schijnen en was de
temperatuur opgelopen tot 29°. Goed eten en drinken en geregeld afkoelen met water
was de boodschap. De eerste kilometer liep ik 12km/h, maar ik merkte dat ik dan
qua hartslag iets te hoog zat en wilde met het warme niet het risico lopen om
de man met de hamer tegen te komen. Ik besliste dus om de hartslag te laten
zakken tot in de langeduurzone en hoopte dat tempo zo lang mogelijk aan te houden.
Ondertussen genoot ik van de ongelofelijk sfeer in en rond de binnenstad en
waande ik me geregeld op één of ander Hollands schlagerfestival. Naarmate de
rondes vorderden, vloeide de alcohol rijkelijker (bij de supporters
welteverstaan) en ging de sfeer in crescendo. Bij elke bevoorrading stopte ik
even om een gelletje in te nemen, goed te drinken en mezelf te verfrissen met
de aangereikte sponzen. Opnieuw kon ik het vooropgestelde voedingsplan perfect
uitvoeren en bleef ik goed gehydrateerd. De 10 plaspauzes moest ik er dan wel
bijnemen.
In de vierde en laatste ronde voelde ik de benen langzaamaan
leeglopen en vanaf 36K was het echt aftellen. Op zaterdag had ik nog 5K
losgelopen en ik hield mezelf voor dat dit ongeveer de afstand was die ik nu
moest afleggen, maar terwijl dit op zaterdag nog ‘peanuts’ was, leek dit nu een
ellenlange afstand en ik heb minstens 20 keer op mijn horloge gekeken om te
zien hoe ver het nog was. Maar ik was niet de enige die afzag en kwam meer
wandelaars dan lopers tegen onder de atleten. De hitte eiste duidelijk zijn
tol. Eenmaal terug in de binnenstad maakte de pijn plaats voor euforie en
aangemoedigd door honderden supporters liep ik richting grote markt. De emoties
kregen de overhand en ik dacht aan alle opofferingen die aan dit avontuur waren
voorafgegaan, niet alleen van mezelf, maar van het hele gezin.
Bij het ingaan van
de laatste ronde had Vanes me nog toegeroepen om vooral te genieten van het
momentum en ik was vastberaden om dat te doen. Ik draaide op de grote markt af richting
‘finish’, stopte even bij Ilse voor een innige omhelzing en liep dan met de
vuisten gebald en een smile tot achter mijn oren over de rode mat richting
aankomst, aangemoedigd en toegeschreeuwd door mijn supporters die ondertussen
een plekje hadden gevonden op het drukke marktplein. Met een oerkreet
overschreed ik na 11u05 min. en als 311ste op 1112 deelnemers de finish en
weerklonken de mythische woorden ‘Jan de Jong, you are an Ironman’. Wat een
kippenvelmoment! Met tranen in de ogen besefte ik dat ik iets gerealiseerd had
dat ik een paar jaar geleden voor onmogelijk had geacht. ‘Anything is possible’ dus.
Dankjewel
‘Name dropping’ in een dankwoordje is altijd
gevaarlijk, want dan bestaat het risico dat je mensen vergeet. Daarom
verontschuldig ik me nu alvast mocht ik iemand vergeten. Laat me beginnen met mijn
clubgenoten van BrTC voor de vele fiets- en zwemtrainingen die we samen hebben
gedaan in de aanloop naar deze wedstrijd. Bedankt dat ik in jullie voeten mocht
zwemmen, zeker tijdens de trainingen van 1u30 op woensdagavond en dat ik op
zondagochtend in jullie wiel mocht rijden, als het wind tegen was, zodat ik mijn
hartslag onder controle kon houden 😉. Een dikke merci ook voor alle BrTC-trainers en de organisatoren van
de paasstage, want dankzij de clubtrainingen heb ik een goede basisconditie
opgebouwd die op het einde zijn vruchten heeft afgeworpen.
Een speciaal
dankwoordje voor mijn persoonlijke coach, Luc De Ro, voor het opstellen van
mijn trainingsschema’s, het uitwerken van het wedstrijd- en voedingsplan, het
gezelschap tijdens de lange fietstrainingen en de bemoedigende woorden als ik
even een dipje had. Thanks, coach! Osteopaat Robin Thys (To Move You) en
sportmasseur Koen Van Den Mieroop (Sportbalans) namen rug, bekken en spieren
onder handen en zorgden ervoor dat mijn lichaam klaar was voor de strijd. De
dag voor de wedstrijd maakten de vele aanmoedigen via alle mogelijke kanalen
mij duidelijk hoeveel mensen meeleefden en ik besef nu dat ik nog niet op alle
berichtjes heb gereageerd. Daarom via deze weg een dikke merci aan iedereen
voor de vele wensen. De dag zelf werden Tim De Haes (de schoonbroer van mijn
broer) en ikzelf voortgestuwd door onze ouders, broers, zussen, neven en
nichten. Zij stonden zowel bij het fietsen als het lopen verspreid over het
parcours en telkens ik er passeerde kreeg ik een extra boost. Sienna en Minthe,
bedankt voor het leuke spandoek! BrTC’ers Kris, Hans en Kevin hadden er dan
weer een fietstochtje naar Maastricht (en een stel verbrande benen) voor over
om te komen supporteren en ook Jethro was naar de historische stad afgezakt.
Merci hé, gasten!
Dé verrassing van de dag was wel toen ik plots één van mijn
beste kameraden (en ook een triatleet), op de steilste helling van de dag (Côte
de Hallembaye) zag staan. Hij was helemaal alleen naar Limburg afgezakt en ik
zou hem die dag, zowel tijdens het fietsen als het lopen, nog vaak tegenkomen,
meestal op de meest onverwachte momenten en altijd even enthousiast. Kristof,
je bent een topper en als je ooit deelneemt aan de Ironman van Zuid-Afrika kom
ik supporteren 😉. In dit verslag kon je al
lezen hoe ik de ganse dag kon rekenen op Vanessa. Zij was voor mij van
goudwaarde en zorgde voor een ongelofelijke mentale rust. Zo had ik in de derde
ronde een lichte kramp in de rechterkuit en wist ik niet goed wat ik moest doen
(extra water? zout? sportdrank? stretchen? tempo laten zakken?, …). Bij het
passeren even informeren bij haar en het probleem was opgelost. Extra zout dus.
De laatste personen die ik wil bedanken zijn voor mij de allerbelangrijkste en
dat zijn mijn vrouw en kinderen. Toen we 10 maanden geleden samen aan dit
avontuur begonnen, konden zij niet inschatten wat de impact zou zijn op ons
gezinsleven. We hadden er plots een vierde kindje bij, nl. Ironman, een kindje
dat ongelofelijk veel tijd en aandacht vroeg van iedereen en ervoor zorgde dat
er nauwelijks tijd overbleef voor leuke uitstapjes. Ook de vakanties stonden
volledig in het teken van Ironman. Bij het opmaken van de weekplanning op
zondagavond was de eerste vraag steeds: “Wanneer moet jij precies trainen?” en
werden de andere activiteiten hierop afgestemd. Ilse nam bovendien alle
huishoudelijke taken op zich en was ‘de taxi van dienst’ voor de kinderen. En
dan zwijg ik nog over de vele momenten waarop ze in de rol kroop van ‘mental
coach’ als ik in een dipje zat. Ik mag op sportief vlak dan wel een ‘Ironman’
zijn, Ilse is op zoveel andere vlakken een ‘Ironwoman’. Liefste Eline, Laure,
Lise en Ilse, zonder jullie steun was het mij nooit gelukt deze droom te
realiseren. Bedankt en ik zie jullie ontzettend graag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten