40 seconden. 0,2% van onze totale racetijd. Dat was het verschil tussen mijn ‘klein’ broertje en mezelf in de halve Ironman van Jönköping van zondag. Ik neem u graag mee in mijn kant van het verhaal, naar de juiste kant van de 40 seconden.
Na mijn desastreuze wedstrijd vorig jaar in Zell-am-See waar ik 21km met maagkrampen afgelegd heb, besloot ik met coach Vanessa om dit jaar 2 hoofddoelen op de kalender te zetten, zodat niet alle eieren in hetzelfde mandje moesten gelegd worden. Zodoende stond op 8 juli de halve Ironman van Jönköping, Zweden op het programma. Na een goede voorbereiding zonder kwaaltjes en met volledig omgegooide én uitgeteste voedingsstrategie was het zondagmorgen eindelijk race-time. Hoewel ik Kristian nog nooit zo gestresseerd had gezien, stond ik zelf super relaxed aan de start, met als doel om vooral van de wedstrijd te genieten en met een goed gevoel de 3 onderdelen af te werken. Op advies van Vanessa ging ik redelijk ambitieus rond de 31 minuten staan, er vooral van uitgaande dat de anderen zich ook wel gingen overschatten… Dat bleek geen slecht idee, want na 50m zwemmen had ik al 4 van mijn voorgangers bijgehaald… Hoewel de eerste 850 meter stroming mee waren, was het met momenten toch afzien, vooral door een aantal kleinere conflictjes met andere zwemmers. Na de 2de boei kwam ik wat meer geïsoleerd te zitten en kon ik mooi naast de boeien de kortste weg terug naar de kant kiezen. Al was het nu natuurlijk wel stroming tegen, wat het er ook niet makkelijker op maakte. Enfin, na 33’40 klom ik terug op de kant met een goed gevoel en kon de run (500m!!) naar de wisselzone beginnen.
Een vlotte wissel later zat ik op de fiets voor 90 golvende kilometers. Van de verkenning wisten we dat het zwaartepunt in de eerste 45km lag met na 8km een stevige klim. Daar zou ik sowieso tijd verliezen op Kristian. Ik was dus stiekem toch een klein beetje tevreden dat de (steile) klim die we tijdens de verkenning gedaan hadden toch niet op het parcours lag, maar dat we in de plek daarvan een veel lichter lopende klim voor de wielen kregen. Na de klim bleef het leuk op en neer gaan en ik merkte in de klimmetjes dat de benen zeker OK waren. Er kwamen mij wel meer fietsers voorbij dan dat ik er inhaalde, maar als ik dat wil vermijden, dan moet ik in het vervolg een minuut of 10 minder snel zwemmen en dat is dan ook maar wat taffelen. Na 45km kwam ik door op een schema om 2u50 te halen. Wetende dat ik gemikt had op 2u45 en dat het makkelijkere deel van het parcours nog moest komen, zat dat dus wel goed. Na een vlak stuk van een km of 15 waar ik het wat moeilijker had begon het weer wat meer te golven (maar dan met meer afdalingen dan klimmetjes) en kwam ik er terug door om uiteindelijk op 2u43 af te klokken. Fietsmissie geslaagd!
Na een achteraf gezien bliksemsnelle 2de wissel (inclusief sanitaire stop) kon ik beginnen aan de afsluitende halve marathon. Ik kon direct een mooi tempo vinden zonder te hoog te gaan in hartslag, maar al na 1,5km kwamen die vermaledijde krampen weer opzetten. Deze keer iets lager en gelukkig minder verlammend dan in Zell-am-See. Ik probeerde het hoogst mogelijke tempo te lopen en kwam er na 1,5 ronde steeds meer door. Cola zou de definitieve oplossing betekenen dacht ik. Dat sloeg echter tegen. De cola had geen prik meer, waardoor de krampen net erger werden… Ook het tempo wilde niet meer mee… Met nog 5km te gaan liet Vanessa me weten dat Kristian 400m voor me liep en er toch wel doorzat. Ik kon nog een klein tandje bijsteken, maar had zelf ook niet veel overschot meer. Een duo-finish flitste even door m'n hoofd, maar toen ik hem aan het heen-en-terug punt niet tegenkwam, wist ik dat dat net teveel gevraagd was.
Toch behoorlijk uitgeput kwam ik aan de finish in een tijd van 5u24. 3 minuten sneller dan 2 jaar geleden in Vichy. Tevreden over het zwemmen, zeer tevreden over het fietsen. En het lopen, tja… Dat is ons Vander Mastjes toch niet met de paplepel ingegoten (for the record: ook bij Wouter is dit héél lang een heikel punt geweest 😊). Kristian stond mij ondertussen al op te wachten aan de finish met een medaille rond zijn nek. Door het tijdsverschil van de rolling start wisten we echter niet wie nu uiteindelijk de ‘brother-battle’ had gewonnen, al zijn we daar alletwee tijdens de wedstrijd zelf niet echt mee bezig geweest. Dat is aan de verhalen te horen voor de app-volgers spannender geweest dan voor ons. ’t Was uiteindelijk mijn vrouw Els die aan de telefoon liet weten dat ik hem met 40 seconden geklopt had. Was het een niet-rolling start wedstrijd geweest, dan hadden we samen over de finish gekomen. Want hem 1km voor de meet voorbij lopen en ter plaatse laten… Nee, dat krijg ik dan, alle trash-talk ten spijt, ook weer niet over mijn hart.
Na bijna een week lijkt het lichaam weer zo goed als volledig hersteld, dus nu is het ‘all eyes on Almere’. Het oorspronkelijke ‘Sub 5u’-plan heb ik ondertussen in de ijskast opgeborgen. Daarvoor is m’n lopen nog veel te weinig op niveau. Eerst maar weer eens zoeken wat we nog kunnen doen om die krampen onder controle te krijgen, zodat ik tenminste kan lopen voor wat ik waard ben. En dan zien we wel waar we ergens uitkomen.
Zoals het hoort zijn ook in dit verslag een aantal dankjewels op z’n plaats. In de eerste plaats aan mijn vrouw en kindjes. Hoewel ze er op de dag zelf niet konden bijzijn, is hun support doorheen het jaar eindeloos veel belangrijker dan op de dag zelf… Coach Vanes voor haar uitdagende en prestatiebevorderende schema’s, de goeie raad en de support de dagen voor en de dag van de wedstrijd. Mama en Lise voor de Heja-Heja’s langs het parcours en last, maar zeker niet least, ‘Onze Kleine’ voor de fijne dagen voor de wedstrijd, voor de tactiekbesprekingen, voor de trash-talk voor de wedstrijd (die krijgt ie nu ongeveer elke 40 seconden dubbel en dik terug 😊) en voor het geweldige gevoel van zo’n wedstrijd samen te kunnen doen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten